Praktische organisatie
- Maak een structuur op je pc of
op het netwerk, met een afzonderlijke
map voor iedere leereenheid.
- Plaats alle data die je nodig hebt in
een datamap per leereenheid.
- Maak per leereenheid een map voor de afgewerkte
opdrachten.
- Druk de studiewijzers af als je liever op papier
werkt.
-
In
de leereenheden 4 tem 22
werk je steeds verder met
dezelfde tekst.
Je vertrekt van een platte tekst, waarop je doorheen de
verschillende leereenheden bewerkingen uitvoert om tot
een volledig afgewerkte tekst te komen.
Druk de eindoplossing van deze
tekst af, zodat je steeds een goed beeld voor ogen hebt
van het eindresultaat.
-
Je kunt met dezelfde tekst werken
en alle leereenheden doorlopen, of je kunt er voor
opteren om bij elke leereenheid te vertrekken van het
startdocument dat je kunt downloaden.
-
Daarnaast zal je in elke
leereenheid achteraan ook kleinere extra
oefeningen vinden om de aangebrachte materie verder in
te oefenen.
Bestandsformaat en extensies
- Een document krijgt in MS Word 2010 standaard de
extensie docx.
- Een sjabloon krijgt als extensie dotx.
- Een document met ingeschakelde macro's heeft als
extensie docm.
Algemene aandachtspunten
Voor je aan de oplossing van een probleem begint, ga je het
probleem analyseren: wat moet je precies
doen en hoe doe je dat op de meest efficiënte manier?
- Gebruik opmaakprofielen als
dezelfde opmaak meerdere keren in het document voorkomt.
- Controleer steeds de spelling.
- Druk niet op Enter om witruimte te creëren,
maar pas de afstand voor of na de alinea aan.
- Druk niet een aantal keren op Enter om een paginaovergang te
forceren maar gebruik Ctrl + Enter.
- Gebruik geen spaties om een insprong of uitlijning te
creëren, maar gebruik het liniaal en tabinstellingen.
- Pas in zakelijke teksten en brieven steeds de
BIN-normen toe.
- Pas de stijl van een document aan de inhoud aan.
|