Start
> E-mail >
Overzicht
> Protocollen
Protocollen
Iedere e-mailgebruiker heeft een uniek e-mailadres,
bijvoorbeeld jan.peeters@telenet.be. Het eerste deel van het adres
identificeert de gebruiker. Het tweede deel van het adres, achter het
apenstaartje '@' (dat wordt uitgesproken als het Engelse 'at'), is meestal de
domeinnaam van de aanbieder van de maildienst.
Een e-mailadres is gekoppeld aan een mailbox (een
elektronische postbus). In deze mailbox komen alle berichten voor de betreffende
gebruiker binnen. Een mailbox bevindt zich meestal niet op de pc van de
gebruiker, maar op een mailserver, een
computer die speciaal is ingericht voor de afhandeling van e-mailverkeer. Dit
'postkantoor' is dag en nacht geopend (on-line) en is bereikbaar voor andere
mailservers op het internet.
Je hebt een postbus nodig
omdat je zelf niet altijd online bent. De server
van jouw provider is dat wel, en die kan dus
altijd berichten voor jouw ontvangen.
Je gebruikersnaam wordt gebruikt om
jouw postbus te onderscheiden van de vele andere
postbussen op de server. Een wachtwoord beveiligt
jouw postbus. Zonder wachtwoord kan niemand
erbij .
E-mail werkt altijd met postbussen. Als we zeggen dat
e-mail snel is, dan bedoelen we dat een e-mail bericht in een mum van tijd
in de goede postbus ligt. Hoe lang het duurt voordat de eigenaar van de
postbus het bericht ophaalt en leest, is iets anders!
Om berichten te kunnen ontvangen, verwerken en versturen wordt een
e-mailprogramma gebruikt, ook wel mail-client
genoemd, zoals het Microsoft Outlook,
Microsoft Outlook
Express en Eudora.
Er bestaan verschillende protocollen die de interactie tussen een
mail-client
en een mailserver regelen.
POP3 en IMAP: ontvangen van e-mail
De gebruiker bepaalt zelf wanneer hij zijn post leest. Dat kan op
verschillende manieren, afhankelijk van het door de mailserver ondersteunde
protocol. Zo kan de gebruiker e-mail van de mailserver naar zijn eigen pc
halen met het zogenoemde Post Office Protocol (POP3
-
3 voor 3de
versie).
Nadeel van deze aanpak is dat wanneer een gebruiker vanaf verschillende
werkplekken inlogt, zijn e-mail over deze werkplekken verdeeld raakt.
Een andere manier van e-mail lezen, met behulp van het
Internet Message Access Protocol (IMAP),
heeft dit nadeel niet. Mail die is gelezen met behulp van IMAP blijft op de
server staan en wordt ook op de server gearchiveerd. De client is
eigenlijk een browser van de mails die op de server staan. Dit laat toe om de
volledige mailbox vanuit verschillende PC's te benaderen en te beheren zoals bij
webmail.
Meestal is het bij POP ook mogelijk om mail op de server te laten staan nadat
hij gelezen is. Het beheer van mail gebeurt echter op de pc van de gebruiker.
Het belangrijkste verschil tussen IMAP en POP is dat IMAP in feite een
constante verbinding met de server vereist, wil men met z'n mail werken. Bij POP
hoeft men alleen een verbinding met de server te hebben wanneer men mails
verstuurt of ontvangt.
SMTP: verzenden van e-mail
Voor het verzenden van internetmail wordt bijna altijd gebruikgemaakt van het
SMTP-protocol (Simple Mail Transfer Protocol).
Dit is een protocol waarbij vereist wordt dat de mailserver altijd on-line is.
De post wordt meteen verstuurd en niet opgeslagen. Kan het
bericht om wat voor
reden dan ook niet afgeleverd worden, dan wordt hij teruggestuurd met een
foutboodschap.
De meeste mailservers op het internet geven slechts 7-bit karakters (platte
tekst) door. Dit is een probleem voor teksten die meer dan de elementaire
ASCII-tekenset gebruiken en voor binaire bestanden, gebaseerd op 8-bits data,
die eventueel aan het bericht gehecht zijn (Word-document, geluidsfragmrent,
grafische afbeelding, ...).
Veel moderne mail-clients ondersteunen de
MIME-standaard (Multipurpose
Internet Mail Extensions) voor mailverkeer. Dit is een reeks afspraken die bepalen hoe een 8-bits bestand
versleuteld dient te worden, zó dat de ontvanger het oorspronkelijke bestand er
weer uit weet te destilleren.
Hoe de codering precies in elkaar zit lees je
hier.
Veel moderne mail-clients zijn
html-mailers. In feite passen ze consequent de MIME-standaard toe,
waarbij de ingebouwde mail-viewer en mail-editor zelf het html-formaat herkennen
en aankunnen. Dat is niet beperkt tot betere lay-out-mogelijkheden: men
kan ook illustraties, geluid en zelfs videoclips in de mail integreren.
|