Begeleid Zelfstandig Leren - Elektronische communicatie

Katholiek Onderwijs Vlaanderen - Guimardstraat 1 - 1040 BRUSSEL
 

Vaktaal

Provider: leverancier van een internetverbinding.

Webmail: e-mail die je verstuurt en ontvangt via het WWW.

 

 

Start > E-mail > Overzicht > Protocollen

Protocollen

Hoe werkt e-mail?

Iedere e-mailgebruiker heeft een uniek e-mailadres, bijvoorbeeld jan.peeters@telenet.be. Het eerste deel van het adres identificeert de gebruiker. Het tweede deel van het adres, achter het apenstaartje '@' (dat wordt uitgesproken als het Engelse 'at'), is meestal de domeinnaam van de aanbieder van de maildienst.

Een e-mailadres is gekoppeld aan een mailbox (een elektronische postbus). In deze mailbox komen alle berichten voor de betreffende gebruiker binnen. Een mailbox bevindt zich meestal niet op de pc van de gebruiker, maar op  een mailserver, een computer die speciaal is ingericht voor de afhandeling van e-mailverkeer. Dit 'postkantoor' is dag en nacht geopend (on-line) en is bereikbaar voor andere mailservers op het internet.

Je hebt een postbus nodig omdat je zelf niet altijd online bent. De server van jouw provider is dat wel, en die kan dus altijd berichten voor jouw ontvangen. Je gebruikersnaam wordt gebruikt om jouw postbus te onderscheiden van de vele andere postbussen op de server. Een wachtwoord beveiligt jouw postbus. Zonder wachtwoord kan niemand erbij .

E-mail werkt altijd met postbussen. Als we zeggen dat e-mail snel is, dan bedoelen we dat een e-mail bericht in een mum van tijd in de goede postbus ligt. Hoe lang het duurt voordat de eigenaar van de postbus het bericht ophaalt en leest, is iets anders!

Om berichten te kunnen ontvangen, verwerken en versturen wordt een e-mailprogramma gebruikt, ook wel mail-client genoemd, zoals het Microsoft Outlook, Microsoft Outlook Express  en Eudora.

Protocollen

Er bestaan verschillende protocollen die de interactie tussen een mail-client en een mailserver regelen.

POP3 en IMAP: ontvangen van e-mail

De gebruiker bepaalt zelf wanneer hij zijn post leest. Dat kan op verschillende manieren, afhankelijk van het door de mailserver ondersteunde protocol. Zo kan de gebruiker e-mail van de mailserver naar zijn eigen pc halen met het zogenoemde Post Office Protocol (POP3 - 3 voor 3de versie). Nadeel van deze aanpak is dat wanneer een gebruiker vanaf verschillende werkplekken inlogt, zijn e-mail over deze werkplekken verdeeld raakt.

Een andere manier van e-mail lezen, met behulp van het Internet Message Access Protocol (IMAP), heeft dit nadeel niet. Mail die is gelezen met behulp van IMAP blijft op de server staan en wordt ook op de server gearchiveerd. De client is eigenlijk een browser van de mails die op de server staan. Dit laat toe om de volledige mailbox vanuit verschillende PC's te benaderen en te beheren zoals bij webmail.

Meestal is het bij POP ook mogelijk om mail op de server te laten staan nadat hij gelezen is. Het beheer van mail gebeurt echter op de pc van de gebruiker. Het belangrijkste verschil tussen IMAP en POP is dat IMAP in feite een constante verbinding met de server vereist, wil men met z'n mail werken. Bij POP hoeft men alleen een verbinding met de server te hebben wanneer men mails verstuurt of ontvangt.

SMTP: verzenden van e-mail

Voor het verzenden van internetmail wordt bijna altijd gebruikgemaakt van het SMTP-protocol (Simple Mail Transfer Protocol). Dit is een protocol waarbij vereist wordt dat de mailserver altijd on-line is. De post wordt meteen verstuurd en niet opgeslagen. Kan het bericht om wat voor reden dan ook niet afgeleverd worden, dan wordt hij teruggestuurd met een foutboodschap.

Formaat: MIME

De meeste mailservers op het internet geven slechts 7-bit karakters (platte tekst) door. Dit is een probleem  voor teksten die meer dan de elementaire ASCII-tekenset gebruiken en voor binaire bestanden, gebaseerd op 8-bits data, die eventueel aan het bericht gehecht zijn (Word-document, geluidsfragmrent, grafische afbeelding, ...).

Veel moderne mail-clients ondersteunen de MIME-standaard (Multipurpose Internet Mail Extensions) voor mailverkeer. Dit is een reeks afspraken die  bepalen hoe een 8-bits bestand versleuteld dient te worden, zó dat de ontvanger het oorspronkelijke bestand er weer uit weet te destilleren.

Hoe de codering precies in elkaar zit lees je hier.

Veel moderne mail-clients zijn html-mailers. In feite passen ze consequent de MIME-standaard toe, waarbij de ingebouwde mail-viewer en mail-editor zelf het html-formaat herkennen en aankunnen. Dat is niet beperkt tot betere lay-out-mogelijkheden: men kan ook illustraties, geluid en zelfs videoclips in de mail integreren.